Opa's tekeningen na 1960


Bondswerk
De tijd haalt opa in. Het boek, dat het meerjaren-verslag van de katholieke Metaalbewerkersbond St. Eloy was, is in de editie 1961-1963 een boekje geworden. 

De jaren zestig zijn goed terug te zien: een hippe vormgeving en een sterk gereduceerd aantal bladzijden.


Opa staat nog wel vermeld in het colofon, maar in het boekje staan naast de vele foto's niet meer dan een handvol kleine tekeningetjes. Het zijn opa's laatste bijdragen voor deze meerjaren-verslagen.


St. Raphaël
In 1963 verschijnt het boek 60 jaar Nederlandse katholieke bond van Vervoerspersoneel, met daarin ook tekeningen van opa. Het zijn portrettekeningen als deze:



Geestelijk Weerbaar
Opa tekent tussen 1964 en 1969 met regelmaat in 'Geestelijk Weerbaar', een bijna wekelijks verschijnend orgaan van de Nationale Federatieve Raad van het Voormalig Verzet Nederland.

In die jaren staat op de voorkant van het 'Bevrijdingsnummer' in mei en het 'Kerstnummer' een grote in kleur gedrukte tekening van opa. Tevens maakt hij af en toe illustraties bij verhalen.

Deze tekening is uit 1969 (klik erop voor een vergroting):


Zie: opa's tekeningen in periodieken voor meer tekeningen uit Geestelijk Weerbaar.

De bevrijdingsnummers van 'Geestelijk Weerbaar' zijn dikke bladen van 90 bladzijden. Daarin staan bijdragen van 'hotshots', zoals prins Bernhard, premier Marijnissen en de jonge Den Uyl.

Vanaf 1970 verschijnt de opvolger van dit blad, Basis. Daarin heb ik geen nieuwe tekeningen gezien van opa. Wel een oude: in het Kerstnummer van 1972 staat een eerder gepubliceerde plaat uit Geestelijk Weerbaar:


Allerlei
Jul.'s zoon Frank stapte in 1966 in de redactie van het clubblad van de Utrechtse sportvereniging Iduna en vroeg zijn vader om het clubblad te illustreren:


In 1967 maakte Jul. ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum een tekening van het Iduna-bestuur:


En ondanks dat hij niet ondertekend is, ga ik ervan uit dat deze ook van Jul. is:


In 1967 vieren opa en oma hun 40-jarig huwelijk. Opa maakt daarvoor een uitnodiging:

Jul. Terlingen
En het Utrechts Nieuwsblad weet opa ook weer te vinden, in 1967: